maandag 16 januari 2012

Uitweg uit de crisis hebben we zelf in de hand



Raf Daenen
Willem Vermeulen
Samen leren, samen werken en samen leven



In tijden van crisis wordt vaak Pavloviaans gereageerd: bezuinigen, snijden, belastingen heffen, of fuseren. Maar de oplossing ligt veel eerder in kleine, nieuwe vormen van samenwerken en -leven.

Dat we in een tijd van crisis leven is duidelijk. We hoeven maar het nieuws te volgen, of de krant erop na te slaan. De berichtgeving toont dat we thans van incident naar incident hollen. In veel publicaties wordt deze crisis, haar aard, oorzaak en gevolgen beschreven. Ook wij doen dit, in ons onlangs verschenen boek, maar we geven ook een perspectief.

Maar eerst de oorzaak van de crisis. De westerse wereld heeft zichzelf jarenlang verrijkt ten koste van andere werelden. Een toplaag van bankiers, captains of industry, speculanten, mensen met een sterrenstatus en bepaalde politici heeft zichzelf onevenredig veel toebedeeld, ten koste van anderen, van natuurlijke bronnen, van milieu en natuur, van de schaarse goede ruimte. Ook in 2011 bleken, ondanks de bancaire crisis nog forse bonussen te worden uitgereikt. Zo kreeg de ING-topman bovenop zijn jaarsalaris 1,25 miljoen euro. Het ongebreideld spenderen kon op den duur niet goed gaan, en nu lijken de klappen in versneld tempo te vallen.

Behalve de financieel-economische crisis is er ook sprake van een maatschappelijke crisis, waarvan de wortels zijn terug te vinden in het derde kwart van de vorige eeuw. Te denken valt aan de toenemende ontkerkelijking, waardoor mensen hun eigen onzekere lotsbestemming moeten construeren, want de belofte van de hemel is weggevallen. De onbelemmerde economische groei heeft geleid tot verkwisting in onze maatschappij en schrijnende tekorten in arme landen. Door de val van de muur werd de aloude vijand van het communistische Oostblok ontmanteld en werd zelfreflectie op de eigen maatschappij noodzakelijker. Door schaalvergroting is de functie van kleine gemeenschappen weggevallen en het individualisme is toegenomen. De emancipatie van minderheden en de opkomst van de multiculturele samenleving leidt tot veel onrust en kan aanzetten tot extremistische denkbeelden. Door deze ontwikkelingen neemt het cynisme en het wantrouwen in de politiek toe.
Daar komt de ongebreidelde marktwerking bij en de neiging van mensen en organisaties om zoveel mogelijk materieel bezit of kapitaal te vergaren. Dat kan het fundament van solidariteit aantasten. Ook het voortdurend wijzen naar anderen of het eisen van directe oplossingen voor individuele problemen door maatschappelijke instituties kan de bodem onder het samenleven wegslaan.

Gelukkig hebben volgens ons crises niet alleen een negatieve uitstraling, ze leiden ook tot het verzetten van de bakens, ze zetten aan tot beweging, zoals in de dialectiek wordt beschreven. Uit een crisis ontstaat vaak een nieuwe weg, of het zoeken naar andere oplossingen. De initiatieven daartoe vinden we meestal niet in de grote wereld, want die reageert doorgaans bijna Pavloviaans defensief: bezuinigen, snijden, belastingen heffen, of fuseren.

Volgens ons moet de oplossing worden gezocht in wat we noemen ‘de kleine wereld’, de directe sociale omgeving. Die kleine wereld gaat zich roeren en initiatieven ontplooien. Het roeren zien we bijvoorbeeld in het protest van mensen die zich aansluiten bij de occupy-beweging tegen de huidige wereldorganisatie. Daarnaast zijn veel mensen in hun eigen directe omgeving solidair actief en constructief bezig. Zo zijn er pleeggezinnen die tijdelijk kinderen opvangen die wegens omstandigheden niet in het eigen gezin kunnen opgroeien. Het wordt door het pleeggezin als een groot goed ervaren dat men een kind een nieuwe kans kan geven. Ook in sportclubs, zoals de voetbalclub zijn veel vrijwilligers actief. Zij willen bijdragen aan de maatschappelijke opvoeding van de jongeren, door ze bewust te maken van sportief gedrag en door zelf het goede voorbeeld te geven. Bij de VoorleesExpress wordt door vrijwilligers voorgelezen aan kinderen in achterstandssituaties. Dit stimuleert niet alleen de taalontwikkeling, ook worden op deze manier contacten gelegd met de ouders, en hun leefwereld kan worden verbreed. Dit zijn voorbeelden die perspectief tonen. Want door samen te werken, samen te leren en samen te leven wordt het sociaal fundament van de samenleving versterkt.

De bovenstaande voorbeelden geven aan dat er nog genoeg veerkracht en daadkracht in de maatschappij is om de maatschappelijke en economische problemen te lijf te gaan. Er is perspectief, als we gezamenlijk zin kunnen geven aan ons bestaan, als we daarbij imperfecties kunnen accepteren, en als we ervaren dat het samen werken en samen leren een meerwaarde geeft die niet door materieel gewin kan worden geëvenaard.

Zowel op het niveau van organisaties, van leidinggevenden als van professionals kan de meerwaarde worden waargemaakt door samenwerking aan te gaan, door op inhoud te sturen in plaats van op procedures en door maatschappelijke opvoeding te herintroduceren en te stimuleren. Zo kunnen we de goede mensen op de goede posities krijgen en daarmee kan een kentering in de grote wereld worden bewerkstelligd. Dat geeft uitzicht op een hoopvolle toekomst.

1 opmerking:

  1. Dag Raf,

    Je keuze voor wat je noemt 'de kleine wereld', kan ik alleen maar onderschrijven: binnen de menselijke maat (de eigen leefomgeving) ligt een belangrijk deel van de oplossing.

    Het probleem wat ik echter zie is dat we niet alles in de hand kunnen houden, omdat we met zijn allen een systeem hebben gecreëerd dat groter is dan de menselijke maat. Ik denk zelfs dat het systeem inmiddels (of altijd geweest) al groter is dan de menselijke maat. Daardoor kunnen wij de toekomst nooit (volledig) in eigen hand houden. Ontslaat dat ons van de opdracht in 'de kleine Wereld' te doen wat onze taak is? Nee, geenszins! Maar de maakbaarheid van de samenleving is een utopie, omdat er zoveel factoren een rol spelen, dat niemand meer een totaal overzicht kan hebben.

    BeantwoordenVerwijderen